Het (zijn - tt) weer tijd voor een gedicht! |
|
(Koken - tt) eens een potje poëzie. |
|
|
|
Een dichter (zijn - tt) een kok - |
|
eerst (openspreiden - tt) hij alle ingrediënten , |
|
dan (snijden - tt) hij, (bakken - tt) hij in een wok |
|
of in een pan, en (kunnen - tt) hij enkel hopen |
|
dat iemand (zeggen - tt) dat van zijn bord |
|
elke hap lekkerder (worden - tt) . |
|
Een kok (zijn - tt) net als een dichter - |
|
elk woord (zijn - tt) van belang, |
|
wat zwaarder of wat lichter, |
|
alles (leiden - tt) tot samenhang. |
|
Wie met zulke woorden (kennismaken - tt) , |
|
(weten - tt) ook hoe fijn een komma (smaken - tt) . |
|
|
|