werkwoordspelling 2 oefening 23b (blz. 55)

  
werkwoorden 2

3. Bijzonder oog
tt = tegenwoordige tijd vt = verleden tijd
Aan de tapkast van bar Biepop (zitten - tt) een man.
Hij (drinken - tt) het ene glas na het andere.
Opeens (halen - tt) hij zijn glazen oog uit zijn kas
en (gooien - tt) het keihard tegen de ruit.
Het glazen oog (stuiteren -tt) terug
en de man (stoppen - tt) het weer op zijn plaats.
De vrouw naast hem (hebben - tt) het schouwspel (gadeslaan) ,
maar (begrijpen - tt) niet wat er precies (zijn - tt) (gebeuren) .
"Waarom (doen - vt) je dat nou?", (vragen - tt) ze uiteindelijk.
De man met het glazen oog (ophalen - tt) zijn schouders en
(mompelen - tt) : "Ik (kijken - vt) even
of mijn brommer en nog (staan - tt) ."


4. De Belgen weten wat ze doen.
tt = tegenwoordige tijd vt = verleden tijd
De Belgen (lanceren) vandaag hun eerste ruimteraket.
"Nou", (vragen - tt) een Nederlandse verslaggever, "waarheen (leiden - tt) de weg? "
"Dat (vinden - tt) ik een overbodige vraag", zegt de Belg.
"(Vinden - tt) je dat zelf ook niet?
We hebben het in alle kranten (publiceren) ."
Trots als een pauw ( melden - tt) de Belgische ruimtereiziger:
"Wij (vliegen - ) vliegen naar de zon!"
"Naar de zon?" (schrikken - tt) de reporter.
"Dat (kunnen - tt) toch niet?
Daar (zijn - tt) het toch veel te heet!
(Zijn - tt) u niet bang dat (zullen - tt) smelten?"
De Belgische astronaut (knipogen - tt) naar collega en (melden - tt) dan
doodleuk: "U (kunnen - tt) gerust zijn, wij (weten - tt) wat wij doen, hoor.
Wij (zijn - tt) niet gek. We (gaan - tt) natuurlijk 's nachts!"