| Piet Friet (worden - tt) door een politieagent (aanhouden) . | | "Meneer, u (mogen - tt) niet doorrijden, (zeggen - tt) de agent, "want u (rijden - tt) in een Audi Quattro en u (inzitten - tt) er maar in uw eentje ." |
| Met (verwonderen) blik (aanstaren - tt) Piet de politieagent . |
| "Wat (zijn - tt) dat nu weer voor onzin?", (knorren - tt) Piet. |
| "Audi Quattro (zijn - tt) gewoon het merk. |
| Dat (betekenen - tt) niet dat je er met zijn vieren in (moeten - tt) zitten." |
| "Tja, toch (krijgen - tt) u geen toestemming om verder te rijden", |
| (volhouden - tt) de politieagent vol. Piet (worden - tt) boos: |
| "Als het zo (zitten - tt) , dan (willen - tt) ik weleens met je chef praten." |
| "Dat (kunnen - tt) best", (vinden - tt) de agent, |
| "maar dan (moeten - tt) u wel even geduld hebben |
| want mijn chef (aanhouden - tt) net drie mensen in een Fiat Uno aan." |
| |
|