| Patiënt Etienne (bezoeken - tt) de dokter | | en (steken - tt) meteen van wal: |
| "O, dokter, wat (gebeuren - tt) er de laatste tijd toch met mij?" |
| "Moeilijke vraag", (brommen - tt) de dokter. |
| "Vertel eens, (zijn - tt) er onlangs iets speciaals (gebeuren) , misschien?" |
| "Dokter, de laatste week (horen - tt) ik maar half." |
| Dokter Gryploos (schudden - tt) het hoofd en (fluisteren - tt) : |
| "Dat (kunnen - tt) zomaar niet. |
| Ik zal even een testje (doen - tt) . |
| (Nazeggen - tt) mij maar : achtenveertig." |
| Etiene (zeggen - tt) geconcenteerd: "Vierentwintig." |
 |
| In de wachtkamer van dokter Gryploos (hangen - tt) een bordje |
| waarop (staan -tt) : Om gaatjes in ons tapijt en in uw longen te voorkomen |
| (zijn - tt) roken (verbieden) . |
|
| Gisteren (gaan) Liese naar dokter Gryploos die ogenblikkelijk (glimlachen) |
| en (vragen) : "Dag Liese, ik (hebben - tt) je een hele tijd niet (zien) . |
| (Zijn - tt) je soms ziek (zijn) ?" |
| |
| |
| |
|