3. Guido heeft zijn auto naar de garage (brengen) . |
"Als ik nog maar vijf meter heb (rijden) , heb ik het al (horen) . " |
heeft hij tegen de garagehouder (zeggen) . |
"Die vervelende tik is om gek van te worden!" |
Wanneer hij 's avonds zijn wagen wil ophalen, ziet hij het meteen: |
de garagehouder heeft de auto compleet uit elkaar (halen) . |
"Sorry", zegt de man met een knalrood hoofd. "We hebben een beetje pech (hebben) . |
Uw wagen zal pas morgenavond weer klaar zijn. |
We hebben de oorzaak van die vervelende tik (vinden) . |
Meteen verschijnt er een stralende glimlach op Guido's gezicht. "Ja", zegt de garagehouder, |
"uw zoontje is de oorzaak. Hij heeft een knikker in de asbak (verstoppen) !" |
|
|