verkeersexamen 2022

Je fietst achter de tractor.
De tractor stopt voor de auto van rechts.

Wat is voor jou de goede plaats om te wachten?
1. Plaats A
2. Plaats B
3. Plaats C
4. Plaats D
Anne Mae nadert deze kruising.

Aan wie moet zij voorrang geven?
1. Aan de auto en de fietser
2. Aan de fietser en de skater.
3. Aan de de auto en de skater.
De kinderen gaan op kamp.

Waarom hebben ze vooraf afspraken gemaakt over remmen,
oversteken, stoppen en stilstaan?
1. Om niet te verdwalen.
2. Om veilig aan tekomen op het kamp.
3. Om te laten zien dat ze bij elkaar horen.
  
  .
Op welke tekening fietsen de kinderen veilig samen?
1. Op tekening 1
2. Op tekening 2
3. Op tekening 3
  
  .
Op welke fiets kun je veilig in het donker fietsen?
1. Fiets 1
2. Fiets 2
3. Fiets 3
4. Fiets 4
  
  .
Suzette wil rechtdoor.

Waarom kan zij beter even iets langzamer fietsen?
1. Ze moet eerst kijken of de fietser van rechts haar voorrang geeft.
2. Ze moet de fietser van rechts voorrang geven en hoeft dan niet af te stappen.
3. Ze laat dan duidelijk zien dat ze afremt om de fietser van rechts
  voorrang te geven.
  
  .
Rebecca en de auto willen rechtdoor.

Wat vertellen de verkeersborden aan hen?
1. Dat Rebecca en de auto deze straat van deze kant niet in mogen rijden.
2. Dat Rebecca deze straat van deze kant niet in mag rijden, maar de auto wel.
3. Dat de auto deze straat van deze kant niet in mag rijden, maar Rebecca wel.
  
  .
Nova wil linksaf afslaan.

Hoe doet zij dat veilig?
Kies de juiste volgorde.
1. 1: Linkerhand uitsteken.
  2: Achterom kijken over haar linkerschouder.
  3: Een grote bocht naar links maken.
2. 1: Linkerhand uitsteken.
  2: Een grote bocht naar links maken.
  3: Achterom kijken over haar linkerschouder.
3. 1: Achterom kijken over haar linkerschouder.
  2: Linkerhand uitsteken.
  3: Een grote bocht naar links maken.
  
  .
Rebecca rijdt op het fietspad en wil linksaf.
De auto komt snel aanrijden.

Welk advies kun je Rebecca het beste geven ?
Er zijn twee goede antwoorden.
1. Ga langzamer rijden en kijk of de bestuurder je ziet en voorrang geeft.
2. Fiets snel door, want je hebt voorrang.
3. Rijd door tot het einde van het fietspad, stop en wacht tot de auto voorbij is.
  
  .
Emma is doof. Anna wil haar inhalen

Hoe haalt Anna veilig in?
1. Anna moet roepen, zodat Emma aan de kant gaat en haar ruimte
  geeft om in te halen.
2. Anna moet aan de rechterkant inhalen, want daar is meer ruimte.
3. Anna moet goed uitkijken of ze erlangs kan en dan voorzichtig
  aan de linkerkant inhalen.
  
  .
Dit is een bewaakte spoorwegovergang.

Waaraan zie je dat? Er zijn twee antwoorden goed.
1. Aan de knipperlichtinstallatie met bel (A)
2. Aan het dubbele Andreaskruis (B)
3. Aan de stopstreep op de weg. (C)
4. Aan de spoorbomen (D).
  
  .
Mikki fietst op de rotonde.

Waarom kan zij beter langzamer fietsen?
1. Omdat ze de auto voorrang moet geven en dan niet hoeft af te stappen.
2. Omdat ze dan goed kan kijken of de auto haar voorrang geeft.
3. Omdat ze de rotonde linksom gaat in plaats van rechtsom.
  
  .
Suzette en de fietsers gaan rechtdoor.

Wat is het veiligste advies voor Suzette?
1. Rijd snel door, dan kun je nog net voor de fietsers gaan.
2. Rem af, de fietsers zijn afgeleid en geven je misschien geen voorrang.
3. Rijd door en roep naar de fietsers dat ze moeten stoppen.
  
  .
Op welke foto is het veiliger om nu achter elkaar te gaan fietsen?
1. Op foto 1
2. Op foto 2
3. Op foto 3
  
  .
Op welk deel van zijn route kan Saïd het veiligste oversteken?
1. deel 1
2. deel 2
3. deel 3
  
  .
Mark rijdt over de rotonde en wil rechts afslaan.
Hoe doet hij het goed?
1. Hij moet zijn hand uitsteken en daarna gelijk afslaan,
  voor de rolstoeler langs.
2. Hij moet de rolstoeler voor laten gaan en daarna afslaan naar rechts.
  Hand uitsteken hoeft nu niet, want Mark moet wachten.
3. Hij moet zijn hand uitsteken naar rechts, de rolstoeler
  voor laten gaan en daarna afslaan.
  
  .
Aan welke regel moet Koen zich houden in deze situatie?
1. Hij moet de brandweerauto met blauwe zwaailichten
  en sirene voor laten gaan.
2. Hij moet goed kijken of de brandweerauto hem voorrang geeft,
  want dat vertelt het verkeersbord hem.
3. Hij moet voorrang geven aan iedereen die van rechts komt rijden.
  
  .
Kijk naar het verkeersbord.

Wie mogen hier zo het park ingaan?
1. Alle kinderen mogen hier het park ingaan.
2. Alleen Fabian en Mieke mogen hier het park in gaan.
3. Alleen Fabian, Bobbie en Mieke mogen hier het park in gaan.
4. Alleen Fabian, Karin en Mieke mogen hier het park in gaan.
  
  .
Wat moet Willem bedenken om veilig over te kunnen steken?
Er zijn twee antwoorden goed.
1. Wat heeft die auto daar een leuke kleur.
2. Die hardloper ziet er moe uit.
3. Oh, een fietser naast me die naar rechts wil.
4. Die skater komt wel heel hard aanrijden.
  
  .
Maud wil links aflaan. Ze krijgt te maken met een voetganger en een motor.

In welke volgorde moet iedereen gaan?
1. Eerst de voetganger, dan de motorrijder en dan Maud
2. Eerst de motorrijder, dan de voetganger en dan Maud.
3. Eerst Maud, dan de voetganger en dan de motorrijder.
  
  .
Robert wil hier oversteken.
Hoe moet hij kijken en veilig over te kunnen steken?
1. Eerst moet hij naar links kijken en op de middenberm naar rechts.
2. Eerst moet hij naar rechts kijken, bij de middenberm naar links.
3. Hij hoeft niet te kijken, want hij steekt over bij een zebrapad.
  
  .
Mica skeltert met zijn zus snel naar huis.
Kan hij zo door skelteren?
1. Ja, want het meisje met de buggy kan gewoon aan de kant gaan.
2. Ja, want de stoep is breed genoeg.
3. Nee, want skelteren mag niet op de stoep.
4. Nee, want de stoep is te krap om snel door te rijden.
  
  .
Wie houdt zich aan de afspraken voor reizen met de bus?
1. Tosca
2. Erik-Jan
3. Frenky
  
  .
De voetganger wil rechtdoor.

Op welke foto gaat de voetganger voor?
1. Op foto 1
2. Op foto 2
3. Op foto 3
  
  .
Je moet met de trein naar Amersfoort. Het is 17:03 uur.
Vanaf welk spoor vertrekt de eerstvolgende trein naar Amersfoort?
1. Spoor 2
2. Spoor 3
3. Spoor 4
4. Spooor 5
  
  .