De archeoloog leidt het onderzoek. | De archeoloog leidde het onderzoek. | |
Gravers melden een nieuwe vondst. | Gravers een nieuwe vondst. | |
Hij spoedt zich naar de vindplaats. | Hij zich naar de vindplaats. | |
Vlug redt hij het beeld. | Vlug hij het beeld. | |
Zo schaadt de buitenlucht het niet. | Zo de buitenlucht het niet. | |
Samen ronden ze het onderzoek af. | Samen ze het onderzoek af. | |
| | |