Staal spelling - groep 6 blok 6 blz 26

  
..Staal spelling..

Achter welk woord hoort een komma?
"Dag oma hoe laat mogen we morgen komen?"
"Je mag de hele dag komen: 's morgens 's middags of 's avonds."
"Zijn Bente Kim Silvia en Loes er dan ook oma?" - -
"Zou je dat leuk vinden jongen?"
"Gaan we dan weer soesjes taartjes en limonade maken?"
"Nee Ivo we gaan deze keer uit eten."
"Leuk oma tot morgen!"


Vul in dubbele punt - komma - vraagteken - uitroepteken - punt.
Peter roept "Vanmiddag krijgen we ijs"
"Lekker" roept Dana.
Pien vraagt: "Hoelang moeten we nog wachten"
Peter zegt "Ik hoop niet lang want anders smelt het."
In de klas denkt Pien over ijs met slagroom terwijl zij werkt"
Peter maakt een lijstje in zijn hoofd citroenijs, softijs en een raket.
De juf vraagt "Hoever ben je met rekenen, Peter"
Hij heeft zijn werk al af opdracht 1,3, 4 en 6 zijn klaar


Zoek de persoonsvorm en het onderwerp.
Verander in je hoofd de zin in een vraagzin. De persoonsvorm komt dan vooraan te staan.
persoonsvorm onderwerp
De regen druppelt naar beneden. druppelt ..
In het bos schuilen de dieren.
Maar het kikkertje springt vrolijk in een plas.
Hij houdt juist van dit weer.
In zijn hol snurkt de egel zachtjes.
Hij merkt niets van al die regen.