Staal spelling - groep 8 blok 7 blz 78 - Werkwoorden

  
..Staal spelling..

Schrijf de persoonsvorm op. Schrijf het werkwoord ook in de verleden tijd op.
........
snijd jij?jij ik wij
jij? jij ik wij
..
........
ik hij jij? wij
ik hij jij? wij

Vul de goede vorm van het werkwoord in.
bind - binden Tim zijn schaatsen onder.
schud - schudt Hij zijn benen even los.
Verbeeld - Verbeeldt je je dat je een topschaatser bent, Tim?
vind - vindt "Ik wel dat ik goed ben," zegt Tim.
Snijd - Snijdt je vader net als jij de bocht af?
vermoed - vermoedt Ik dat we nog veel van Tim gaan horen!

Kijk naar het gekleurde woord. Schrijf het werkwoord op in de voltooide tijd.
voltooide tijd
De koe graast in de wei heeft gegraasd
De pony's draven op de weg.
De boer mixt het voer.
Mijn zus omhelst het lammetje.
De muggen dansen in de lucht.
Ik plons in het water.
Ik onderschat de kou.
Dit gebeurt allemaal 's ochtends.
De architect verandert het ontwerp van de nieuwe school.
De bouwvakker bouwt de muren op.
De makelaar legt de koopakte uit.
De koper ondertekent de koopakte.