volgende
=>
Staal spelling - groep 8 blok 6 blz 34
Schrijf de
bepaling van plaats
en de
bepaling van tijd
op.
Vandaag voert Marijke de kippen op het erf.
= bepaling van plaats
= bepaling van tijd
Jan nam gisteren een cadeautje uit Amerika mee.
= bepaling van plaats
= bepaling van tijd
Op het feest op 23 juni krijgt hij een boek.
= bepaling van plaats
= bepaling van tijd
Imad koopt elke woensdagmiddag chocola bij het tankstation
= bepaling van plaats
= bepaling van tijd
Op dit moment vertelt Vincent een verhaal voor de klas.
= bepaling van plaats
= bepaling van tijd
Vul in.
Mijn moeder heeft een spannend boek voorgelezen
= werkwoordelijk gezegde
= onderwerp
= lijdend voorwerp
We willen in een luxueus hotel overnachten.
= werkwoordelijk gezegde
= onderwerp
er is geen lijdend voorwerp
Door de storm is het zwaarbeladen schip gekapseisd.
= werkwoordelijk gezegde
= onderwerp
er is geen lijdend voorwerp
Na jaren ga ik mijn schoolvriendinnetje weer ontmoeten.
= werkwoordelijk gezegde
onderwerp
= lijdend voorwerp
Vader wil onze zwarte raceauto verkopen.
= werkwoordelijk gezegde
onderwerp
= lijdend voorwerp
De oppas heeft mijn lievelingstrui te heet gestreken.
= werkwoordelijk gezegde
onderwerp
= lijdend voorwerp
Zal de donkerbruine chocola in jouw hand gaan smelten?
= werkwoordelijk gezegde
onderwerp
er is geen lijdend voorwerp
De klok werd geluid door de enthousiaste klokkenluider.
= werkwoordelijk gezegde
onderwerp
er is geen lijdend voorwerp
controleer
Hint
OK
volgende
=>