volgende
=>
Staal spelling - groep 8 blok 1 blz 71 - Werkwoorden
Met een
d
of met
dt
?
speld - speldt
De naaister
de jurk af.
bereid - bereidt
De kok
een hoofdgerecht.
Red - Redt
jij het voor vanmiddag?
luid - luidt
De klokkenluider
de koperen klok.
wed - wedt
Mike
om een euro.
Verbeeld - Verbeeldt
jij je dat?
Schrijf de werkwoorden in de goede rij.
tegenwoordige tijd
staat
verleden tijd
voltooide tijd
Schrijf het
tegengestelde
op
.
Het hout drijft.
Het hout
zinkt
.
Het ijs bevriest.
Het ijs
.
Zij verlies haar portemonnee.
Zij
haar portemonnee.
Ik laat de vlieger los.
Ik
de vlieger
.
Kiki stelt de vraag.
Kiki
de vraag.
Het vliegtuig stijgt.
Het
daalt.
Maak de rijen af
.
ik omhels
Wij
omhelzen
de kinderen.
ik schroef
Hij
alles vast.
ik kneed
Wij
het brooddeeg.
ik benijd
Hij
de dokter niet in deze pandemie.
ik fiets
Zij
op een e-bike.
ik verwoord
Hij
het dilemma heel goed.
ik geloof
Wij
dat het goed komt.
controleer
Hint
OK
volgende
=>