volgende
=>
Staal spelling - groep 6 blok 5 blz 71 - werkwoorden
Schrijf de persoonsvorm in de zin.
broeden
Gijs
op een plannetje.
sturen
Hij
een berichtje naar zijn vriend Timo.
vinden
jij het ook zo saai binnen?
rijden
Ik
wel even naar je huis, Timo!
belanden
En zo
Gijs al snel bij Timo.
worden
Timo,
je nog verrast door het bezoek van Gijs?
Maak de rijen af.
vangen
ik
vang
vang
jij?
hij
vangt
fietsen
ik
jij?
hij
schroeven
ik
jij?
hij
starten
ik
jij?
hij
wedden
ik
jij?
hij
schudden
ik
jij?
hij
Maak de rijen af.
tegenwoordige tijd
verleden tijd
springen
ik
spring
wij
springen
ik
sprong
wij
sprongen
lezen
ik
wij
ik
wij
sluipen
ik
jullie
ik
jullie
zwerven
ik
wij
ik
wij
krijgen
ik
jullie
ik
jullie
drinken
ik
wij
ik
wij
controleer
Hint
OK
volgende
=>