dronk geen warme, maar koffie. |
De voordeur is geverfd. |
De lucht ziet , we krijgen misschien regen. |
Hij is boos, hij tegen de jongen. |
Zijn linker gaat omhoog als hij een knipoog geeft. |
Ik vond het een grapje, toch moest ik even lachen. |
Hij al bijna een uur op zijn . |
De maakt een vlucht van een maand door de ruimte. |
Mijn moeder doet over de sla en ze doet er stukjes appel en doorheen. |
Wij hebben om tien uur een kwartier . |
De kat . |
Ik vind het hier , kan er een raampje open? |
De reed met hoge snelheid over de autoweg. |
Met berenklauw bedoelen ze niet de van een beer, maar een giftige plant. |
Laura - klauw - auto - grauw - slasaus - miauwt - augurk - kauwt - flauw - benauwd - astronaut - snauwt - kauwgom - blauw - wenkbrauw - pauze - lauwe |