volgende
=>
werkwoordblad - groep 8 nummer 32
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Werkwoorden die met
ge-, be-, her-, er-, ont-, of ver-
beginnen krijgen bij het voltooid deelwoord
nooit
de letters
ge-
voor het deelwoord.
Ik heb die pen gebruikt en dus niet ge
ge
bruikt.
bederven
- Dat reisje is door hem lelijk
.
begeven
- De brug over de Rijn heeft het plotseling
.
verliezen
- Ze hebben die wedstrijd met grote cijfers
.
verdrijven
- Eindelijk werd de vijand dan toch
.
bewijzen
- Hij heeft
dat hij onschuldig is.
gedragen
- De kinderen hebben zich voorbeeldig
.
bedenken
- Dat heb je goed
.
bedriegen
- Ik vind dat hij mij heeft
.
onthouden
- Je hebt goed
wat je moet doen.
verzenden
- Heb je dat pakje nog
?
bekijken
- Ze hebben de toren van Pisa
.
verbieden
- Hoe vaak heeft vader je dat al
?
verbuigen
- De smid heeft die ijzeren staaf
.
begrijpen
- Voor het laatst. Heb je me
?
beginnen
- Wanneer ben je met dat werk
?
vertrekken
- Mijn kennissen zijn naar Australië
.
verschijnen
- Na de vakantie is hij opeens weer
.
onderwerpen
- Na een moeizame strijd is de vijand toch
.
verdrinken
- Als die man hem niet had gered, was hij
.
verbergen
- Moeder had de cadeautjes op zolder
.
verlaten
- De moederhond heeft haar puppy's
.
vernemen
- Heb je dat nieuwtje al
.
ontbijten
- Wij hebben vandaag heel vroeg
.
vergeten
- Dat kleine meisje is haar tas alweer
.
genezen
- De doktoren konden de zieke gelukkig
.
vervangen
- In de garage zijn vier banden
.
onderbreken
- Tijdens mijn spreekbeurt werd ik telkens
.
beklimmen
- We hebben de Dom in Utrecht
.
verdwijnen
- Mijn portemonnee is plotseling
.
verbinden
- De dokter heeft die gewonde arm meteen
.
controleer
Hint
OK
volgende
=>