Voltooid deelwoord zwakke werkwoorden.
De voltooid deelwoorden van regelmatige (= zwakke) werkwoorden eindigen altijd op een d of op een t.
Welke letter dat is kun je terugvinden in de verleden tijd.
groeien - Ik groei - Ik groeide - Ik ben gegroeid

.
zich haasten - ik haast me - ik haastte me - Om de wedstrijd te halen, hebben we ons flink .
schaatsen - ik schaats - ik schaatste - De schaatskampioenen hebben heel wat rondjes .
poetsen - ik poets - ik poetste - De werksters hebben en gewreven om de kast weer mooi te krijgen.
fietsen - ik fiets- ik fietste- Wij zijn van Maastricht naar Den Helder .
zeilen - zij zeilt - zij zeilde - Die Friese zeilers hebben over de Friese meren .

horen - ik hoor - ik hoorde - Hebben jullie wel eens van Piet Piraat ?
ploegen - ik ploeg - ik ploegde - De boeren hebben vorig jaar al hun akkers al .
duren - het duurt - het duurde - Dat heeft wel een eeuwigheid .
bloeien - het bloeit - het bloeide - De appelbomen in de Betuwe hebben prachtig .
spelden - ik speld - ik speldde - Moeder heeft de zoom in haar rok al vast .

spellen - ik spel - ik spelde - Die kinderen hebben dat moeilijke woord helemaal verkeerd .
oogsten - ik oogst - ik oogstte - Hebben jullie in het najaar ook zoveel peren ?
slachten - ik slacht - ik slachtte - De slagers hebben in het slachthuis wel tien koeien .
bezorgen - ik bezorg - ik bezorgde - Heeft de krantenjongen de krant nu alweer niet ?
branden - ik brand - ik brandde - Heb jij je nu alweer aan de kachel ?

praten - ik praat - ik praatte - De vertegenwoordiger heeft als Brugman.
stranden - ik strand - ik strandde - Er zijn op de Noordzeekust heel wat schepen .
tennissen - ik tennis - ik tenniste - We hebben vandaag weer lekker .
verdwalen - ik verdwaal - ik verdwaalde - Klein Duimpje was met zijn broertjes bijna .
harken - ik hark - ik harkte - Wat hebben diejongens de tuin prachtig .