volgende
=>
werkwoordblad - groep 8 nummer 18
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Overal de verleden tijd / de tijd van toen gebruiken.
halen
- ik haal (t.t) - ik haal
de
(v.t.) - wij haal
den
(v.t.)
plakken
- ik plak (t.t) - ik plak
te
(v.t.) - wij plak
ten
(v.t.)
vinden
- ik vind (t.t) - ik v
o
nd (v.t.) - wij v
o
nden (v.t.)
begeven
- Wij
begaven
ons gisteravond naar het theater.
bakken
- Moeder
een heerlijke cake.
dorsen
-
de boeren nog met dorsvlegels?
duren
- Dat
natuurlijk veel langer dan tegenwoordig.
grijpen
- Ik
het meisje nog net voordat ze in de sloot viel.
jagen
- In de prehistorie
de mensen op mammoeten.
delen
- De jarige
een heerlijke traktatie rond.
glijden
-
jij vorige winter ook uit op straat?
huilen
-
je broertje altijd al zo veel?
jatten
- De dieven
in dat huis alles wat van waarde was.
malen
- De molenaar
het koren tot meel.
prijzen
- De burgemeester
de moedige redder, die de baby gered had.
rennen
- De hardlopers
om de eerste prijs te halen.
roeien
- Hij
of zijn leven ervan af hing.
schilderen
- De kunstschilder
het portret van een beroemde uitvinder.
spreken
-
jij gisteren nog met je vriendje?
strepen
- De examinator
wel honderd fouten aan.
trillen
- Hij
van de schrik na het ongeluk.
snijden
- Rick
per ongeluk in zijn vinger.
tillen
- Die krachtpatser
de zwaarste gewichten op.
spelden
- De kolonel
de dappere soldaat een medaille op de borst.
spelen
- Die kleine jongens
gisteravond nog laat buiten.
spellen
-
Mitchel dat woord nu nog verkeerd?
vangen
- Sven
met veel moeite die hoge bal.
stichten
- De koning
meer dan één stad.
trainen
-
de atleet elke dag een uur?
toveren
- De grijze tovenaar
die gemene jongen om in een pad.
zeggen
- Wat
de toeschouwers daar wel van?
adverteren
- De winkeliers
elke week in dat weekblad.
wandelen
- Ik
door een dichte mist in de duinen.
controleer
Hint
OK
volgende
=>