volgende
=>
werkwoordblad - groep 8 nummer 17
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zwakke werkwoorden
dus stam plus
de
(n) of stam plus
te
(n).
Overal de
verleden tijd
/ de tijd van toen gebruiken.
bellen
- ik bel (t.t) - ik bel
de
(v.t.) - wij bel
den
(v.t.)
plakken
- ik plak (t.t) - ik plak
te
(v.t.) - wij plak
ten
(v.t.)
kruiden
Moeder
het eten veel te sterk.
jij het vlees vandaag?
Misschien
je zusje het wel.
Nee, hoor ik
het vlees.
Deze koks
het voedsel voor het feestmaal.
verhuizen
- Pas op een
z
!
Wij
vorig jaar naar Leiden.
Mijn grootouders
naar Afrika.
jouw ouders wel eens?
Nee, zij (meervoud)
nog nooit.
Die mensen
voor de derde keer in twee jaar.
betalen
Waarom
jij je schuld niet?
Mijn opa
mijn ijsje.
Je broer
zijn contributie toch wel?
zij (enkelvoud) de toegang voor jou?
De bezoekers
meerdan drie euro voor het circus.
laden
De chauffeur
de stenen op zijn wagen.
hij die zakken grind in zijn auto?
De tuinman
een kruiwagen vol zand.
De koks
de tafel vol eten.
Ik
de vakantiespullen in de caravan.
verbazen
- Pas op een
z
!
Hij
zijn ouders met zijn rapport.
Ik
mij over die knappe goocheltoer.
jullie je daar niet over?
Mijn tante
zich over mijn conditie.
Wij
ons over de snelheid van die raceauto.
reizen
- Pas op een
z
!
Mijn oom en tante
naar Groenland.
Wij
vorig jaar naar Rusland.
jullie toen ook met een vliegtuig?
De reiziger
naar China.
Dat meisje
met haar vriendin naar Spanje.
controleer
Hint
OK
volgende
=>