volgende
=>
werkwoordblad - groep 8 nummer 16
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zwakke werkwoorden
dus stam plus
de
(n) of stam plus
te
(n).
Overal de
verleden tijd
/ de tijd van toen gebruiken.
bellen
- ik bel (t.t) - ik bel
de
(v.t.) - wij bel
den
(v.t.)
plakken
- ik plak (t.t) - ik plak
te
(v.t.) - wij plak
ten
(v.t.)
luiden
Met Kerstmis
hij altijd de klok.
Laatst
de koster de klok.
De klokken van de kerk
met Kerstmis.
jij de bel van de school?
De schoolbel
voor het eind van de lessen.
beven
- Pas op een
v
!
De schipbreukelingen
van angst.
Hij
van de zenuwen.
Ik
van schrik toen ik dat spook zag.
Mijn opa
van ouderdom.
jij ook, toen je die engerd zag?
klagen
Die mensen
altijd al.
die man omdat hij werd overgeslagen?
De bedelaar
over de opbrengst.
Zij (meervoud)
over het eten.
Waarom
hij over het eten in dat hotel?
malen
Moeder
vroeger de koffiebonen.
jij de koffiebonen wel eens?
De molenaar
het graan.
Hij
het koren in een molen.
Waarom
zij (meervoud) nooit eens graan?
verven
- Pas op een
v
!
Mijn broer
zijn tekening.
Die schilders
het huis groen.
jij laatst het schuurtje?
Nee hoor, oom Ben
het schuurtje.
Jullie
toch het hek rond jullie tuin?
spelen
jullie vaak in het bos?
Ik
vorige week bij mijn vriendje.
je zusje toen ook mee?
's Nachts
we verstoppertje.
De meester
prachtig op zijn viool.
controleer
Hint
OK
volgende
=>