volgende
=>
werkwoordblad - groep 8 nummer 15
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zwakke werkwoorden
dus stam plus
de
(n) of stam plus
te
(n).
Overal de
verleden tijd
/ de tijd van toen gebruiken.
zich branden
- ik brand me (t.t) - ik brand
de me
(v.t.) - wij brand
den
ons (v.t.)
plakken
- ik plak (t.t) - ik plak
te
(v.t.) - wij plak
ten
(v.t.)
branden
Ik
mijn hand aan de kachel.
Het huis
tot de grond toe af.
De barbecue
perfect.
het kampvuur vorig jaar wel goed?
Onze buren
gisteren kranten in de open haard.
broeden
Deze koekoek
zijn eieren niet zelf uit.
Die jongen
een lelijk plannetje uit.
De kippen
al een week op de eieren.
die struisvogel haar ei zelf uit?
Deze eend
lang voordat haar eieren uit kwamen.
niezen
- Pas op een
z
!
Ik
omdat ik verkouden was.
Mijn broers
door niespoeder.
jij ook door dat niespoeder?
Oom Ger
vorige week een paar keer.
Wij
zo hard dat de tranen in onze ogen sprongen.
bellen
Mijn zusje
de hele dag.
De juf
toen de school begon.
Vorige week
mijn moeder.
De kinderen
bij alle huizen aan.
Ik
naar mijn oma in Suriname.
rollen
De politie
een boevenbende op.
De jongens
van het duin af.
Hij
op de grond, omdat hij duizelig was.
Het glas
van de tafel.
Ze (enkelvoud)
om van het lachen.
bonzen
- Pas op een
z
!
Lenny
met twee vuisten op tafel.
Zwarte Piet
op het raam.
jij op de tafel, omdat je boos was?
Opa
voor de grap op de deur.
Ik
op de deur van de wc, omdat ik er niet uit kon.
controleer
Hint
OK
volgende
=>