volgende
=>
werkwoordblad - groep 8 nummer 9
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Overal de
verleden tijd
(= de tijd van toen) gebruiken.
Sterke werkwoorden
, de klinker verandert hier dus.
hijsen
- ik hijs (t.t) - ik
hees
(v.t.) - wij
hesen
(v.t.)
eten
- ik eet (t.t) - ik
at
(v.t.) - wij
aten
(v.t.)
denken
- ik denk (t.t) - ik
dacht
(v.t.) - wij
dachten
(v.t.)
houden
Ik wou dat jij je mond eens
.
hij altijd al van dat meisje?
Wij
vroeger elke week een slaapfeestje.
jij je kleine zusje wel goed vast?
Zij (meervoud)
van schoolreisjes naar een pretpark.
knijpen
Dat kleine meisje
haar broertje.
jullie hem toen in het donker?
Ik
van angst in mijn arm.
jij hem wel eens van angst?
Wij
die jongen, omdat hij altijd zo gemeen doet.
drijven
daar niet een matras in de sloot?
jij op je rug in de Dode Zee?
Wij
vaak onze zin door.
jullie je zin nooit eens door?
De boot
zonder roer door het kanaal.
drinken
Die man
zich bijna dood.
Zij (enkelvoud)
elke dag een liter melk.
Jullie
in de vakantie toch geen alcohol?
Waarom
jij zoveel cola?
De woestijnreizigers
veel water voor ze de reis ondernamen.
vallen
Sven
plotseling van de stoel.
Ik
met mijn neus in de boter.
Door zijn spreukbeurt
hij nogal op.
Mijn oma
gisteren van de trap.
Twee vreemde jongens
in de voetbalwedstrijd.
bieden
Hoeveel
hij voor die auto?
jij wel eens op marktplaats.nl?
Wij
die oude mensen onze plaats aan.
Ik
vijf euro voor dat spelletje.
Die jongen
nog nooit zijn plaats aan oudere mensen aan.
controleer
Hint
OK
volgende
=>