volgende
=>
werkwoordblad - groep 8 nummer 1
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Sterke werkwoorden
de klinker verandert hier dus.
Overal de
verleden tijd
(= de tijd van toen) gebruiken.
hijsen
- ik hijs (t.t) - ik
hees
(v.t.) - wij
hesen
(v.t.)
vallen
- ik val (t.t) - ik
viel
(v.t.) - wij
vielen
(v.t.)
kruipen
Hij
door een smalle buis.
Wij
door het struikgewas.
jij gisteren door dat gat?
Ik
er niet door.
Zij (meerv)
er wel doorheen.
wijzen
(pas op)
Jan
naar een ballon.
Kelly naar die zebra?
Ik
naar een olifant in de dierentuin.
De kinderen
naar elkaar.
jij naar het sterrenbeeld Leeuw?
kiezen
(pas op)
Wij
voor een vakantie in Limburg.
Ik
een appelflap uit.
De koks
het slagroomgebak.
jij altijd zulke vriendjes?
Rick
een spelcomputer voor zijn verjaardag.
glijden
Jan
op zijn ski's naar beneden.
jullie op een slee van de heuvel?
Joy
van een glijbaan.
haar broertje daar ook vanaf?
Ik
van de langste glijbaan van de wereld.
controleer
Hint
OK
volgende
=>