Lees alles en probeer de dikgedrukte woorden te onthouden.

  
Probeer ze te onthouden.
help!
Sterke werkwoorden, bij sterke werkwoorden verandert de klinker.
Daarom noemt men ze ook wel klankveranderde werkwoorden of onregelmatige werkwoorden.
Een aantal voorbeelden:
hijsen - ik hijs (t.t) - ik hees (v.t.) - wij hesen (v.t.) - wij hebben gehesen (deelwoord)
denken - ik denk (t.t) - ik dacht (v.t.) - wij dachten (v.t.) -wij hebben gedacht (deelwoord)

begrijpen - ik begrijp - ik begreep - wij begrepen - wij hebben begrepen
bezoeken - ik bezoek - ik bezocht - wij bezochten - wij hebben bezocht
bieden - ik bied - ik bood - wij boden - wij hebben geboden

binden - ik bind - ik bond - wij bonden - wij hebben gebonden
blazen - ik blaas - ik blies - wij bliezen - wij hebben geblazen
buigen - ik buig - ik boog - wij bogen - wij hebben gebogen

bijten - ik bijt - ik beet - wij beten - wij hebben gebeten
denken - ik denk - ik dacht - wij dachten -wij hebben gedacht
doen - ik doe - ik deed - wij deden - ik heb gedaan

dragen - ik draag - ik droeg - wij droegen - ik heb gedragen
drinken - ik drink - ik dronk - wij dronken - ik heb gedronken
drijven - ik drijf - ik dreef - wij dreven - ik heb gedreven

eten - ik eet - ik at - wij aten - wij hebben gegeten
gaan - ik ga - ik ging - wij gingen - ik ben gegaan
glijden - ik glijd - ik gleed - wij gleden - ik heb gegleden

graven - ik graaf - ik groef - wij groeven - ik heb gegraven
houden - ik houd - ik hield - wij hielden - ik heb gehouden
kiezen - ik kies - ik koos - wij kozen - wij hebben gekozen

klinken - ik klink - ik klonk - wij klonken - wij hebben geklonken
knijpen - ik knijp - ik kneep - wij knepen - wij hebben geknepen
kruipen - ik kruip - ik kroop - wij kropen - wij hebben gekropen

rijden - ik rijd - ik reed - wij reden - wij hebben gereden
sluipen - ik sluip - ik sloop - wij slopen - ik ben geslopen
snijden - ik snijd - ik sneed - wij sneden - wij hebben gesneden

staan - ik sta - ik stond - wij stonden - wij hebben gestaan
stelen - ik steel - ik stal - wij stalen - wij hebben gestolen
stinken - ik stink - ik stonk - wij stonken - wij hebben gestonken

treffen - ik tref - ik trof - wij troffen - wij hebben getroffen
vangen - ik vang - ik ving - wij vingen - wij hebben gevangen
vallen - ik val - ik viel - wij vielen - wij zijn gevallen

vergeten - ik vergeet - ik vergat - wij vergaten - ik ben vergeten
verkopen - ik verkoop - ik verkocht - wij verkochten - ik heb verkocht
verliezen - ik verlies - ik verloor - wij verloren - ik heb verloren

weten - ik weet - ik wist - wij wisten - wij hebben geweten
wijzen - ik wijs - ik wees - wij wezen - wij hebben gewezen
zien - ik zie - ik zag - wij zagen - wij hebben gezien

zingen - ik zing - ik zong - wij zongen - wij hebben gezongen
zenden - ik zend - ik zond - wij zonden - wij hebben gezonden
zwemmen - ik zwem - ik zwom - wij zwommen - wij hebben gezwommen

Probeer ze te leren.
Ik wist alles, de tegenwoordige tijd is: Ik alles.