Woorden groep 8 eenheid 10 les 9

Nu blijkt past wat er werkelijk gebeurd is.
De oplossing van een probleem.
Afhankelijk zijn van hulp van anderen.
Altijd ruzie met elkaar hebben.
Het is helemaal mislukt.
Je weet nooit zeker hoe iets zal gaan.
Dat is makkelijk.
Hetzelfde terugdoen wat iemand bij jou heeft gedaan, meestal iets vervelends.
Dat komt te laat.
Heel erg overdrijven.
Mooie praatjes die niets voorstellen.
Je moet geen negatieve dingen zeggen over iets wat je gekregen hebt.
Heel erg traag.
Iedereen denkt dat wat van hem of haar is, iets heel bijzonders is.
Nu komt de aap uit de mouw.
het ei van Columbus
genadebrood eten
als kat en hond leven
Het is knudde met een rietje.
Je kunt nooit weten hoe een koe een haas vangt.
Dat is gesneden koek.
Iemand een koekje van eigen deeg geven.
Dat is mosterd na de maaltijd.
Van een mug een olifant maken.
gebakken lucht
Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
Zo traag als een slak.
Elk meent zijn uil een valk te zijn.