| Een groep muzikanten met blaasinstrumenten. Een muziekscorps. | de |
Een plaats waar kinderen verzorgd en geholpen worden als de ouders er niet zijn. | de |
Een gedeelte van een stad of dorp waar veel woningen zijn en niet zoveel winkels of kantoren. | de |
| Een plaat of laag die alleen bepaalde lichtstralen doorlaat. | de |
| Hevige regen. De hoosbui. | de |
Iemand die samen met de burgemeester en andere wethouders een gemeente bestuurt. | de |
| Iets niet door laten gaan. | |
| Heel veel, je kunt het niet tellen. | |
| Even over iets nadenken. | |
| Stoom afgeven. | |
| Bijna gek worden van vreugde of van woede. | |
| Vrolijk en uitgelaten. | |
| Uit je humeur. Geïrriteerd. | |
| Heel hard regenen. | |
| Heel erg moeten lachen. | |
|