Geld en goederen die de bruid meebrengt als ze trouwt. | |
Ambtenaren die zorgen vor contacten tussen de regering van het land waar ze verblijven en hun eigen regering. | |
Afdak van een tent of een gebouw. | |
Niet-blanke bediende die je in de tropen kunt huren om zwaar werk te doen. | |
Bevolkingsgroep met de minst gewaardeerde plaats in de samenleving. | |
Horend bij mensen van goede komaf en met goede manieren. | |
Iets plezierigs. | |
Iemand die wel stout is maar dingen doet waar je eigenlijk niet kwaad om kan worden. | |
Als iets beneden je is, vind je dat je daar te goed voor bent. | |
stand - luifel - schelm - geneugte - smoeltje - deftig - koelie - diplomaat - onderste stand - bruidsschat |