Dingen die worden door de golven op het strand gegooid. | |
Als de avond de zee bedekt wordt het donker. | |
Als je aan het bent, ben je iets van klei aan het maken. | |
Hier: het geluid van de storm. | |
Huilende geluiden maken. | |
Telkens opnieuw. | |
Als een schip strandt, dan loopt het vast op het strand. | |
De is tot waar de golven komen als het vloed is. | |
Hier: het vaste land. | |
Wat moesten ze anders? Ze hadden geen keus; er was niets anders om van te leven. | |
|