| Het maken van een sneetje in de ader om er bloed uit te laten lopen. | |
| Door een opening het bloed uit je ader laten stromen. | |
| Ouderwets woord voor kapper en voor iemand die baarden en snorren scheerde. | |
| Ouderwetse slaapplaats die bestaat uit een bed in een kast. | |
| Iets waarvan je makkelijk ziek kunt worden. | |
| Het harde, bloedrode skelet van zeediertjes, waarvan sieraden worden gemaakt. | |
| Ouderwets woord voor een dokter die mensen opereert. | |
| Besmettelijke keelziekte. | |
| Vers, schoon. | |
| | |
|