Een rijtuig dat vroeger tussen twee plaatsen heen en weer |
reed en passagiers vervoerde. | de |
Wagen die door paarden wordt getrokken en die passagiers vervoert. | het |
Spullen die vervoerd worden | de |
Een dier waarvan de vader een paard en de moeder een ezel is. | de |
Spullen of mensen van de ene plaats naar de andere brengen. | het |
Dunne staven die in een wiel zitten. | de |
Een gebogen stuk ijzer dat vastgemaakt wordt onder de hoeven van paarden |
als ze vaak op harde grond moeten lopen. | de |
Een dier dat op een kameel lijkt, maar kleiner is en geen bult heeft. | de |
Grote, gladde stenen. | de |
Een groot hert met brede horens. | het |
Een weg betekent een nieuwe weg maken. | |
Als iets slijt, gaat het langzaam kapot. | |
Dieren tam maken, ze zijn dan niet meer wild. | |
Als iets is, dan is het van binnen en van buiten helemaal van dezelfde stof. | |
|