1. Ik kijk televisie en ik eet |
Terwijl ik televisie kijk, eet ik. |
2. Ik sta onder de douche en ik zing. |
ik onder de douche , . |
3. Ik zit in de auto en ik luister naar de radio. |
ik de auto , naar de radio. |
4. Ik poets mijn tanden en ik kijk in de spiegel. |
ik mijn tanden , in de spiegel. |
5. Omar doet boodschappen en Muna maakt thee. |
Omar boodschappen , thee. |
6. Groep heeft gym en groep 8 gaat zwemmen. |
groep 7 gym , zwemmen. |
7. De juf leest een boek voor en de kinderen luisteren. |
de juf een boek , . |
8 Joop gaat rechtsaf en Samir gaat linksaf. |
Joop rechtsaf , linksaf. |
9. Het bruidspaar danst en opa en oma klappen. |
het bruidspaar , . |