HZS 27 nummer 18

  


 .. Oefening 18 van het ziekenhuis
Welk woord hoort er niet bij?
1. de dokter- de verpleegster - de patiënt - de meester
2. het bed - de matras - de deken - het speelgoed
3. het sinaasappelsap - het appelsap - de melk - het citroensap
4. het ziekenhuis - het fruit - de school - de winkel
5. de televisie - het woordenboek - het schrift - het stripboek
6. het been - het wagentje - de arm - het hoofd
7. de appel - de banaan - het potlood - de sinaasappel
8. het haar - het fruit - de groente - de groentewinkel
9. de rolstoel - de ziekenauto - de vrachtauto - de brommer
10. de camping - de wachtkamer - de receptie - de zaal