Woordenschat oefening nummer 3 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
woordenschat nr 3
neus
hooi
streepje
gat
haren op zijn hoofd
plaat
hartig
markten
blad

Vul in :
Het spijt hem vreselijk, hij heeft spijt als .
Hij ging er snel vandoor, hij poetste dus de .
Zij mag iets meer dan anderen, zij heeft duidelijk een voor.
Hij ziet het niet meer zitten, hij ziet er duidelijk geen meer in.
Zij heeft van veel dingen verstand, ze is echt van alle thuis.
Zij doet meer dan ze aankan, zij neemt teveel op de vork.
Hij zegt het precies zoals hij erover denkt, hij neemt geen voor de mond.
Hij laat zich niet voor de gek houden. Je kunt hem moeilijk bij de nemen.
Daar zwaait wat, er wordt daar een woordje gesproken.

zeebenen
kiel
kustvaarder
stuurboord
zeerob
continent
landrot
bakboord
logger

De onderkant van een schip heet de .
Vissers gebruikten een om op de Noordzee op haring te gaan vissen.
Een zeeman noemt iemand die geen zeeman is een .
De zeeman zelf wordt ook wel eens een genoemd.
De linkerkant van het schip noemt hij .
De rechterkant van het schip noemt men .
Als je goed vast staat als je over een schip loopt heb je .
Een coaster is een en die steekt geen grote zee over.
Het vaste land of een werelddeel wordt ook wel een genoemd.