de lilliputter	de limerick	de lingerie	het litteken	het logboek
de logopedist	de luifel	het lustrum	het luwte	de luxe

Vul ieder woord slecht eenmaal in:
In het circus trad een als clown op.
Hij is rijk, hij leeft in .
De raadde mij aan harder te spreken.
Op de kalender stond met sierletters een geschreven.
Onder een schuilden wij voor de regen.

Achter het windscherm zaten we heerlijk in de .
Volgens mijn moeder verkoopt die winkel mooie .
Een kapitein vult dagelijks zijn in.
De schermer had een op zijn linkerwang.
Dit jaar vierden we het tweede van onze school.