werkwoordspelling D of T ? oefening 58

  
werkwoorden
Vul de tegenwoordige tijd in, behalve als je merkt dat het anders moet.
msn'en Heb je vandaag al ?
creëren Door die aanpak heeft hij goede kansen .
vermoeden Dat zijn on vooruitzichten.
vervaardigen Dit toestel is van aluminium .
vergroten - uitstallen In de etalage is veel .
blozen Wat heb jij , toen je gisteren aan het woord was.
wachten Na het etentje ons toen een aangename verrassing.
verantwoorden De docent zich vorige week voor zijn impulsieve gedrag.
ontraden [v.t.]De dokter mij nog langer vlees te eten.
benijden - beïnvloeden Hij je, omdat zij jou positief .