faceliften | Zij heeft haar gezicht . |
pushen | Hij hem gisteren om dat te doen. |
skeeleren | Hebben jullie fijn ? |
scoren | Hij nu al weer een doelpunt. |
coachen | Hij afgelopen week zijn team erg goed. |
downloaden | Piet nu elke dag films. |
labelen | Heb je die pakketjes al ? |
inchecken | We hebben om twee uur . |
googelen | Hij alleen maar op zijn computer. |
racen | Hij een uur geleden op zijn fiets naar huis. |