werkwoordspelling D of T ? oefening 40

  
werkwoorden
Vul de tegenwoordige tijd in, behalve als je merkt dat het anders moet.
vergoeden Het bedrijf alle onkosten.
vergoeden het bedrijf vorig jaar echt alle onkosten?
vergoeden Ik vind de onkosten toch nog te weinig.
vergoeden Zijn alle onkosten nu ?
aanvaarden Ik jouw excuus.
aanvaarden Gisteren ik jouw excuus.
horen - beantwoorden Ik heb , dat de directeur de post altijd .
kosten [v.t.] Wat die computer?
branden Kijk uit, je je vingers!
afbranden Als je dat doet, de hele zaak af.