gebeuren | Op dat kruispunt vaak een ongeluk. |
beantwoorden | Mark de vraag meteen goed. |
vertellen | Mijn vader een spannend verhaal. |
vertellen | Hij heeft dat verhaal al vaker . |
optreden | De artiest vanavond op. |
wachten | jullie nu op mij? |
vastbinden | jij je veters goed vast? |
praten | Jullie gisteren te hard. |
zoeken | Heb je naar je pen ? |
zoeken | Wij daar gisteren ook al naar. |
|