versieren | Hij zijn tuin altijd mooi. |
binden [v.t.] | De boer het paard vast. |
verscheuren | Waarom heeft hij dat boek ? |
heten | Deze straat vroeger anders. |
ontsieren | Het onze tuin niet. |
onthalen | Op het feestje werden we op limonade . |
wachten - zich aankleden | even, dan ik me vlug aan. |
vergiftigen | Waarmee zijn de ratten ? |
opwinden | Ik begreep niet, dat hij zich gisteren zo . |
verdwalen | Onze hond niet zo gauw. |
|