vernielen | Ik wil niet dat je mijn fiets . |
woeden | Bij de brand, die in ons huis , ging alles verloren. |
verlengen - worden | Ik hoop dat onze vakantie . |
neerstorten | Wat gaf het een harde klap, toen de toren . |
gieren | De auto kwam de bocht om. |
leiden | Die oude man een armoedig bestaan. |
aanhouden | Als de regen , kunnen we niet buiten spelen. |
opvoeden | Zij haar kinderen goed op. |
bepalen | Vader of ik naar de film mag. |
bepalen | Dat heeft hij al jaren . |