ontsporen | Gisteren is er een trein bij Rotterdam. |
ontsporen | In de trein zaten gelukkig weinig mensen. |
verdedigen | Karel zijn zusje altijd. |
verdedigen | De keeper heeft zijn doel goed . |
arbeiden | De mijnwerker al de hele dag. |
arbeiden | Vorige week hij ook al veel te lang. |
verbeelden | ik mij dat gisteren nou? |
beantwoorden | De brieven liggen in de la. |
verlangen | Wij keken uit naar de vakantie. |
binden | jij je veters goed vast? |
|