volgende
=>
Oefenen met werkwoordspelling 6
Zoek de stam of de ik-vorm.
worden
ik word
loten
ik loot
slurpen
ik
lezen
ik
blaffen
ik
landen
ik
draven
ik
rusten
ik
roeien
ik
halen
ik
leven
ik
hebben
ik
branden
ik
meten
ik
geven
ik
schudden
ik
gooien
ik
zitten
ik
vinden
ik
betalen
ik
hoesten
ik
gaan
ik
vertellen
ik
schieten
ik
zetten
ik
blijven
ik
missen
ik
vangen
ik
planten
ik
bidden
ik
Zoek de stam of de ik-vorm.
horen
ik hoor
zingen
ik zing
verhuizen
ik
huren
ik
bakken
ik
staan
ik
fluiten
ik
sparen
ik
kussen
ik
suizen
ik
spreken
ik
bruisen
ik
schoppen
ik
knallen
ik
spelen
ik
willen
ik
gummen
ik
toesturen
ik
pluizen
ik
snuiven
ik
bedanken
ik
groeien
ik
staan
ik
verven
ik
opletten
ik
erven
ik
grazen
ik
kijken
ik
lopen
ik
wrijven
ik
controleer
Hint
OK
volgende
=>