Verkeersexamen 2019 - Veilig Verkeer Nederland (vraag 11-25)
Vraag 11
Tom luistert naar muziek door een koptelefoon. Waarom is dat gevaarlijk?
Tom merkt een gat in het wegdek voor hem niet op.
Tom merkt de scooter achter hem niet op.
Tom merkt het verkeersbord niet op.
Vraag 12
Vier kinderen fietsen naar school. Wat kunnen ze in deze situatie het beste doen?
Ze kunnen naast elkaar blijven fietsen, want de bocht is overzichtelijk.
Ze kunnen niet goed zien of er verkeer aankomt, dus moeten ze achter elkaar gaan fietsen.
Ze kunnen het beste ruimte maken voor andere weggebruikers en in de berm fietsen.
Vraag 13
Cecilia wil rechtsaf. Wie moet ze voor laten gaan?
Niemand, ze mag zelf eerst.
Ze moet Marleen voor laten gaan.
Ze moet de auto voor laten gaan.
Ze moet Marleen en de auto voor laten gaan.
Vraag 14
De auto verlaat een uitrit. Wat kan Finn het beste doen?
Foto 1
Foto 2
Foto 3
Vraag 15
Mag Minte hier links afslaan?
Nee, het bord met de pijl naar rechts geldt ook voor fietsers.
Ja, het bord met de pijl naar rechts geldt alleen voor voetgangers.
Ja, het bord met de pijl naar rechts geldt alleen voor auto's.
Vraag 16
Eva nadert een kruising. Er staat een vrachtauto te wachten. Eva en de vrachtauto willen allebei rechtdoor. Waar kan Eva het beste wachten?
Plaats 1
Plaats 2
Plaats 3
Vraag 17
Het is mistig. Johan gaat op de fiets naar basketbaltraining. Johan moet natuurlijk nog wel zijn fietsverlichting aan doen. Maar welk advies kun je nog meer geven?
Trek lichtgekleurde kleding aan.
Bel regelmatig met je fietsbel.
Trek felgekleurde/reflecterende kleding aan.
Vraag 18
Daan wil naar de bibliotheek. Hij moet een drukke weg oversteken. Welke route kan hij het beste nemen?
Tekening 1
Tekening 2
Tekening 3
Vraag 19
Sanne rijdt met haar skelter.
Wat kan zij het beste doen?
Zorgen voor verlichting om gezien te worden.
Zorgen voor een fietsbel om gehoord te worden.
Zorgen voor voldoende snelheid om niet te hinderen.
Vraag 20
Jeno wil oversteken. Het verkeerslicht springt net op groen. Van links komt een fietser.Waar moet Jeno rekening mee houden?
Dat hij de fietser voor moet laten gaan.
Dat hij aan de overkant is voordat het groene licht gaat knipperen.
Dat hij misschien niet wordt voorgelaten door de fietser.
Vraag 21
Koen wil oversteken met de step. De auto wil rechtsaf en de fietser linksaf. Wie mag eerst gaan?
De auto
De fietser
Koen
Vraag 22
Noor loopt met de fiets aan de hand verder.Welke borden geven aan dat zij hier moet lopen ? Alleen twee letters invullen !
Vraag 23
De vrachtwagen rijdt achteruit. Welk advies kun je dit meisje het beste geven?
Doe een paar stappen terug en laat de vrachtwagen voorgaan.
Loop maar door, je mag voorgaan.
Loop maar even om de vrachtauto heen en steek er vlak voor over.
Vraag 24
Jennifer wil rechtdoor. Wie moet ze voor laten gaan?
Niemand ze mag zelf eerst.
Ze moet de motor voor laten gaan.
Ze moet de fietser voor laten gaan.
Ze moet de fietser en de motor voor laten gaan.
Vraag 25
Martijn gaat naar school. Hij zit achterop de scooter bij zijn moeder. Welk advies kan hij nu het beste geven an zijn moeder?
"Nou mam, ik zou doorrijden, je kunt er best langsrijden."
"Nou mam, ik zou omrijden, je mag hier niet langs."
"Nou mam, ik zou hier parkeren, we kunnen er best langs lopen."