De fietsers krijgen te maken met auto's die de rotonde op en af willen. Mogen de fietsers voorgaan?
Ja
Nee
IN HET DORP
Sabine en Simone fietsen samen op één fiets.Wat is waar?
Op een fietsstrook mag je nooit met z'n tweeën op één fiets fietsen.
Samen op één fiets mag altijd, het maakt niet uit hoe je dat doet.
Het is veiliger als Simone fietst, want zij is groter dan Sabine.
IN HET DORP
Mellanie komt bij een kruispunt en krijgt te maken met twee kinderen van rechts.Welke zin is waar?
Mellanie moet Lotte en Jasper voor laten gaan, want die komen van rechts.
Mellanie mag hier voorgaan, want haar weg loopt rechtdoor.
Mellanie moet voorrang geven aan Jasper. Ze hoeft Lotte niet voor te laten gaan.
IN HET DORP
De fietsers rijden deze straat in. Wat is waar?
De fietsers mogen deze straat in. Er kunnen auto's, fietsers, bromfietsers en voetgangers tegemoet komen.
De fietsers mogen deze straat in. Er kunnen alleen fietsers tegemoet komen.
De fietsers mogen deze straat niet in. Dat zien ze aan het onderbord.
IN HET DORP
De meisjes willen oversteken op het zebrapad.. Drie kinderen praten over de foto Wie heeft gelijk?
Gaston: De meisjes mogen hier nu niet oversteken, want ze kunnen bestuurders van rechts niet goed zien aankomen.
Stijn: De meisjes moeten doorlopen tot de plek waar ze om de vrachtauto heen naar rechts kunnen kijken. Als er niemand van rechts aankomt of als het verkeer voor hen stopt, kunnen ze doorlopen.
Ronin: De meisjes kunnen nu doorlopen naar de overkant, want voetgangers mogen altijd voorgaan op het zebrapad.
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
Lotte wil afslaan. De auto wil rechtdoor.Wie mag voorgaan?
Lotte
De auto
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
De kinderen lopen op de rijbaan, want er is geen stoep. Welke zin is waar.
Sven en Lotte doen het fout, want als er geen stoep is, moet je altijd links lopen.
Je mag zelf weten of je links of rechts van de weg gaat lopen. Alle kinderen doen het hier dus even veilig.
Tess loopt hier op de veiligste plek. Door de bocht in de weg ziet zij het verkeer eerder aankomen dan Sven en Lotte.
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
De fietsers gaan een weg in met een bord. Welke zin is waar?
De fietsers kunnen naast elkaar blijven rijden. Ze kunnen alleen te maken krijgen met fietsers, anderen mogen hier niet komen.
De fietsers mogen de weg zo inrijden. Ze moeten wel rekening houden met ander verkeer en als dat nodig is , even achter elkaar gaan,
De fietsers kunnen deze weg beter niet inrijden, want hij loopt dood. Aan de eind kunnen ze dus niet verder.
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
Sven en Tiemo krijgen te maken met bestuurders die op een onverharde weg rijden. Sven krijgt voorrang van de auto en de andere fietsers. Wat geldt nu voor Tiemo?
Tiemo loopt op een verharde weg en mag nu voorgaan, omdat de bestuurders op een onverharde weg rijden.
Tiemo moet de bestuurders voor laten gaan, want je mag als voetganger niet voorgaan bij een onverharde weg.
Tiemo mag voorgaan, want hij gaat rechtdoor. Nu geldt: rechtdoor op dezelfde weg gaat voor.
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
De fietsers komen bij een brug met een verkeersbord. Er komt een tractor tegemoet rijden. Drie kinderen praten over de foto.
Wie heeft gelijk?
Anouk: De fietsers mogen hier eerst, dat zien ze aan het bord. Maar ze kunnen makkelijker stoppen dan de tractor. Ze moeten daarom stoppen en de tractor eerst laten gaan.
Lars: De fietsers mogen hier eerst. Maar de tractor is al bijna bij de brug. Daarom kunnen ze beter even afremmen. Als ze zien dat de tractor voor hen stopt, kunnen ze veilig doorrijden.
Edin: Het maakt nu niet uit wie eerst mag. De fietsers aan achter elkaar rijden en dat is veilig. Zo kunnen ze tegelijk met de tractor over de brug.