De brandweerauto komt uit de uitrit van de brandweerkazerne rijden. Hij heeft geen zwaailicht en sirene aan.
Moeten de fietsers de brandweerauto voor laten gaan?
ja
nee
IN HET DORP
Eline en Lindsey willen de straat met het verkeersbord ingaan
Welke zin is waar?
Eline mag de straat ingaan, Lindsey mag allen verder gaan als zij gaat lopen met de fiets aan de hand.
Eline mag de straat lopend ingaan, Lindsey mag de straat inrijden.
Alleen Lindsey mag de straat inrijden. Voetgangers mogen deze straat niet ingaan.
IN HET DORP
Gerwin en Thom komen bij een kruispunt.
Welke zin is waar?
Gerwin en Thom mogen voorgaan. De fietser en de voetgangers moeten wachten.
Gerwin en Thom moeten de voetgangers voor laten gaan. Zij hoeven de fietser niet voor te laten gaan.
Gerwin en Thom moeten de voetgangers en de fietser voor te laten gaan.
IN HET DORP
Gerwin en Eline willen naar de overkant. Ze krijgen te maken met een auto van rechts.
Welke zin is waar?
De auto mag voorgaan. Gerwin en Eline moeten wachten.
Gerwin mag voorgaan. Eline moet de auto voor laten gaan.
Gerwin en Eline mogen beiden voorgaan.
IN HET DORP
Gerwin en Thom komen bij een kruispunt.
Welke zin is waar?
Sanne
Britt
Kevin
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
De fietsers krijgen te maken met een auto van rechts, die op een onverharde weg rijdt.
Moeten de fietsers de auto voor laten gaan?
ja
nee
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
De fietser en de voetganger krijgen te maken met een auto van rechts.
Welke zin is waar?
De fietsers moeten voorrang krijgen, de voetganger moet de auto voor laten gaan.
De fietsers en de voetganger moeten beiden voorrang krijgen van de auto, want zij zijn op een voorrangsweg.
De fietsers en de voetganger moeten de auto voor laten gaan, want je krijgt nooit voorrang als je op het fietspad bent.
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
Kijk waar de voetgangers lopen. Ze komen bij een onoverzichtelijke bocht.
Wie doen het veilig?
Alle voetgangers doen het veilig. Links of rechts maakt hier geen verschil
De jongens doen het veilig, want zij kunnen verkeer van links eerder zien aankomen.
De meisjes doen het veilig, want links lopen is altijd het beste.
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
De fietsers rijden op het fietspad, dat om de rotonde loopt. Zij krijgen te maken met een auto die van de rotonde afgaat.
Wat geldt nu?
De fietsers mogen voorgaan, dat zien ze aan de haaientanden.
De fietsers mogen voorgaan, dat mag altijd als je op een fietspad om de rotonde rijdt.
De fietsers mogen voorgaan, want de auto komt van links.
BUITEN DE BEBOUWDE KOM
Jarno en Sven komen bij een spoorwegovergang. De spoorbomen gaan naar beneden, het rode licht knippert en de bel rinkelt. Dire kinderen praten over de foto.
Wie heeft gelijk?
Noah : Als de spoorbomen nog niet helemaal omlaag zijn, mag je nog doorfietsen. Goed dat Jarno daarom vaart maakt en over de linker helft van het fietspad verder rijdt.
Jacco : Jarno mag nu nog doorrijden, maar hij moet wel op de rechter helft van het fietspad blijven. Sven moet ook doorrijden, nu hindert hij Jarno.
Mai-Lin : Jarno rijdt op de verkeerde helft van het fietspad. Bovendien mag hij niet meer doorrijden. Hij moet naast of achter Sven stoppen en wachten.