=>
Spelling Taalverhaal - groep 8 week 40 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul steeds de verleden tijd / de tijd van toen in.
coachen
- De coach
zijn spelers luid roepend.
gebieden
- De heerser
een enorme verandering.
handhaven
- De agenten
de orde.
herleven
- Wij
door de tentoonstelling oude tijden.
inchecken
- De vrouw
in
bij balie tien.
kicken
- De jongeren
op de posters, die uitgedeeld werden na het concert.
minachten
- De jongen
zijn oudere neef.
ontgelden
- Ik moest het weer eens
.
opwinden
- ik
het ouderwetse blikken treintje op.
overreden
- Mijn vader
mijn zus om toch maar niet naar Zuid-Amerika te gaan.
recyclen
- De kinderen
al het plastic.
shockeren
- De zangeres
tijdens haar optreden het publiek.
sprayen
- Het fotomodel
haar benen prachtig bruin.
uitstoten
- De man
een luide kreet
uit
.
volladen
- De vorkheftruckchauffeur
de vrachtwagen
vol
.
controleer
Hint
OK
=>