Spelling Taalverhaal - groep 8 week 37 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)

  
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
taalverhaal spelling groep 8 week 37Zet alle zinnen in de verleden tijd / de tijd van toen.
bepraten - Hij het plan in de groep.
beschuldigen - Jij de buurvrouw, maar zij bleek er niets mee te maken te hebben.
cruisen - De motorrijder op zijn motor door heel Europa.
faxen - De arts het recept naar de apotheek.
herleiden - De onderzoekte het probleem tot zijn eenvoudigste vorm.

hockeyen - Wij het afgelopen weekend tegen Rotterdammers.
inzetten - Hij zich volledig in voor het goede doel.
omgeven - Een hoge betonnen muur de kerncentrale.
ophouden - De auto, die midden op de straat stond, al het andere verkeer op.
opsporen - De loodgieter de lekkage op.

overdekken - Het nieuwe dak de complete ijsbaan.
picknicken - Wij in het park in de buurt van de speeltuin.
shampooën - De dierenverzorgster onze hond, voordat ze hem trimde.
tapen - De verzorger de enkel van de voetballer.
weerspiegelen - Het water de regeringsgebouwen in de Hofvijver.

verder naar week 38