=>
Spelling Taalverhaal - groep 8 week 32 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul steeds de verleden tijd / de tijd van toen in.
beduiden
- Zij
hem haar te volgen.
berichten
- Hij
dat alles goed verliep.
beslaan
- De ruiten
vrijwel direct toen ik de motor startte..
bevorderen
- De filmmaatschappij
het bioscoopbezoek d.m.v. een grote reclamecampagne.
dagdromen
- Ik
over mijn vakantie op Kreta.
heroveren
- Hij
zijn plekje in de basis van het elftal.
omringen
- De kinderen
de jarige.
onderscheiden
- De werknemer
zich door zijn enorme inzicht en inzet.
ontkiemen
- De vioolzaadjes
in de kas van de kweker.
ontlenen
- Aan het verslag
wij de bedoeling van het plan.
vergaderen
- De directie
tot 's avonds tien uur.
verslinden
- De kolenkachel
vroeger zakken vol met steenkool.
vervolgen
- Hij
zijn studie aan de Erasmus Universiteit.
verzuchten
- Oma
: "Ik wou dat die regen eens ophield."
volbrengen
- De soldaten
hun missie.
controleer
Hint
OK
=>