=>
Spelling Taalverhaal - groep 8 week 24 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zet alle zinnen in de verleden tijd / de tijd van toen.
beamen
- Die vrouw
het verhaal van haar man.
behoren
- Hij
tot de weinigen die het door hadden.
beoefenen
- De boer
zijn vak met veel plezier.
betwijfelen
- De juf
of ik de waarheid sprak.
bezichtigen
- De groep
het Rijksmuseum in Amsterdam.
herinneren
- Het standbeeld
aan de neergestorte piloten.
ontbieden
- De directeur
de personeelschef bij zich.
ontglippen
- Ik ontglipte aan het busgezelschap tijdens mijn vakantie.
ontmoedigen
- De Fransen ontmoedigden het drinken van Spaanse wijn.
verbinden
- De ambulancemedewerkers
de wonden.
vergiftigen
- De fabriek
de sloot tijdens de grote brand.
verleiden
- De verkoper
ons om een vakantiehuis in Spanje te kopen.
veroordelen
- De rechters
de crimineel tot vijftien jaar gevangenisstraf.
verschieten
- De strandstoelen
van kleur.
verwoesten
- De auto
het tuinhek, toen de remmen weigerden.
controleer
Hint
OK
=>