=>
Spelling Taalverhaal - groep 8 week 14 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul de juiste werkwoordsvorm in. (Soms mag je de tijd zelf kiezen.)
afluisteren
- Wij
gisteren alles
af
.
behalen
- Zij heeft haar rijbewijs
.
bestrijden
- Hij
dat hij dat gezegd heeft.
blaten
- Het schaap
toen het de stal in ging.
doordraven
- Het paard
maar
door
, ook al was de berijder eraf gevallen.
haken
- Mijn oma
vroeger heel veel, nu bijna niet meer.
herdenken
- De neergestorte piloot werd
.
kniezen
- Wat zit je te
?
losbarsten
- De bui
los, voordat we thuis waren.
ontcijferen
- Wij
zijn schrift met de grootste moeite.
oordelen
- Je moet niet
, voordat je ook haar verhaal hebt gehoord.
uitbroeden
- De merels bij ons raam
vorig jaar vijf jongen
uit
.
uitvinden
- De Rus Oleg Losev
in 1920 de eerste primitieve LED-lamp
uit
.
verkennen
- Ik
de omgeving, voordat wij met z'n allen gingen.
wegen
- Ik
vorig jaar precies evenveel.
controleer
Hint
OK
=>