=>
Spelling Taalverhaal - groep 8 week 6 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Vul de juiste vorm van het werkwoord in ( Let op welke tijd het is, soms mag je kiezen) .
aanstaren
- Ik
haar een poosje aan, voordat ze begon te blozen.
begeleiden
- De oudere man
zijn vrouw naar het ziekenhuis.
begieten
- Ik heb gisteren alle plantjes op het terras
.
begroeien
- De straat is met mos
.
doorzetten
- Hij
toen nog even flink
.
meeleven
- Zij
echt
toen mijn vader zo ziek was.
ontwikkelen
- De firma
nu een nieuwe tablet, die zeer energiezuinig moet worden.
opbranden
- Is de kaars u al
?
opwachten
- De gidsen stonden ons daar
te
.
uitbetalen
- De cheque werd direct
.
uitzenden
- Hij is naar Tanzania
als landbouwdeskundige.
verrotten
- De aardappelen stonden na de enorme regenbuien te
op het land.
verspillen
- Ze
toen enorm veel energie.
verwonderen
- Het
mij toch weer iedere keer opnieuw.
volhouden
- Hij
het toch maar mooi vol!
controleer
Hint
OK
=>