=>
Spelling Taalverhaal - groep 7 week 38 (gebruik TAB om naar het volgende woord te gaan)
Kom je er echt niet uit?
Klik dan op de Hint knop.
Zet alle zinnen de
tegenwoordige tijd
, de
tijd van nu.
aanmoedigen
- Ik
samen met nog tien anderen ons team
.
afschudden
- De hond
het water van zich
.
commanderen
- De commandant
zijn ondergeschikten.
ervaren
- Hij
nu zelf hoe groot de problemen zijn.
gonzen
- Het
van de geruchten.
hinderen
- Ongelukken met trucks
het verkeer.
omkleden
- De speler
zich snel
.
opdragen
- De dichter
zijn laatste gedicht
.
opstoken
- Mijn broer
het vuurtje in de openhaard flink
.
rondhangen
- Die jongens
regelmatig
bij het winkelcentrum.
staken
- De chauffeurs van dit bedrijf
niet.
strikken
- De kleuter
zijn veters zelf.
uitdagen
- De bokser
zijn tegenstander flink
.
uitlokken
- Hij
het zelf
!
wegduwen
- Zij
haar rollator
.
controleer
Hint
OK
=>